Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Aardwarmte is veilig

    Aardwarmte is een veilige vorm van hernieuwbare energie. Veiligheid blijkt namelijk een grote bezorgdheid te zijn bij vele mensen. Daarom laten we graag een topexpert van VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) aan het woord.

    Verkeerslicht op oranje
Stories
20.07.2021

Aardwarmte en VITO

VITO heeft in samenwerking met heel wat andere internationale instellingen al heel wat onderzoek verricht naar de mogelijkheden van Aardwarmte. Zo werken ze nauw samen met landen zoals IJsland, Italië, Duitsland en Frankrijk, waar aardwarmte al langer gebruikt wordt als hernieuwbare warmte- en energiebron.
Geoloog Ben Laenen is één van de experten die de evolutie van aardwarmte op de voet volgt, en ook bij onze Vlaamse projecten, zoals de Balmatt-site en de aardwarmtecentrale van Janssen Pharmaceutica, nauw betrokken is. Aan hem leggen we onze meest prangende vragen voor.
 

“Daarom is het belangrijk het te meten”

Veel vragen die mensen zich stellen bij het concept van aardwarmte gaan over kennis en de gevolgen op lange termijn. Kunt u ons daar meer over vertellen?
 

Ben: Aardwarmte als concept is niet nieuw. Het wordt al bijna 100 jaar lang op industriële schaal gebruikt om elektriciteit op te wekken en om steden te verwarmen. Eind 2019 waren er op het continent Europa maar liefst 327 aardwarmtecentrales in gebruik voor verwarmingsdoeleinden. Landen zoals Frankrijk, Duitsland en Italië gebruiken aardwarmte al vrij lang; er is dus heel wat praktijkervaring waar we op kunnen terugvallen. In Vlaanderen is het gebruik van aardwarmte nog niet ingeburgerd. Op basis van projecten uit de tweede helft van de vorige eeuw weten we dat er diep in de ondergrond van de Kempen en Noordoost-Limburg kalksteenlagen voorkomen waaruit aardwarmte kan gewonnen worden. Praktische ervaring met het winnen van aardwarmte was er tot voor kort niet. Het eerste doel van het Balmatt-project is dan ook om na te gaan hoe de warmte uit de diepe kalkstenen efficiënt kan gewonnen worden en hoe de diepe grondlagen daarop reageren. Elk gesteentepakket reageert immers anders op de druk- en temperatuurverschillen die met het winnen van aardwarmte gepaard gaan. We kunnen ons bij aanvang wel laten leiden door ervaringen in het buitenland (zie ook verder), maar de algemene concepten moeten aangepast worden aan de lokale situatie. Daarom is het belangrijk te meten.

 

Meten doen we volop:

  • We registreren de druk en temperatuur op verschillende punten,
  • We meten continu de samenstelling van het water,
  • We bepalen de samenstellingen van opgeloste gassen,
  • We gaan na of er bacteriën aanwezig zijn in het opgepompte water,
  • We registreren de straling,
  • En we monitoren de trillingen in de ondergrond.
     

“Veiligheid staat voorop”

Vooral over die trillingen ontstaat soms commotie, vooral in het buitenland. Hoe is VITO bezig om dit te onderzoeken zodat men deze kan voorkomen?
 
Ben: We installeerden de diepste seismische sensoren ooit in een geothermische omgeving in Europa. Al dat meten levert ons een schat aan data die ons toelaten de algemene concepten af te stemmen op de condities en de kenmerken van de ondergrond diep onder Balmatt (Mol) en Beerse. De afgestemde concepten helpen ons te begrijpen wat er precies gebeurt in de ondergrond en na te gaan onder welke voorwaarden het winnen van aardwarmte bij ons efficiënt en veilig kan verlopen.
 

Nadelen

Hoe ver staan we met de verschillende onderzoeken?

Ben: Wat dat betreft staan we in Vlaanderen nog in de kinderschoenen, maar de projecten in Beerse en Mol zijn essentieel om te leren lopen. Ze dragen net zo goed bij aan de ontwikkeling van aardwarmte elders in Europa. Metingen in een operationele centrale zijn immers essentieel om de algemene concepten die we hanteren – bijvoorbeeld het begrijpen en voorspellen van processen in de ondergrond – te toetsen aan de praktijk. Want ook op het vlak van begrijpen en voorspellen van trillingen of het effect van het rondpompen van het water op de chemische condities in de ondergrond, is er nog een een lange weg af te leggen. De data van Balmatt, en de nieuwe centrale van Janssen Pharmaceutica in Beerse, maakt dat we ook op deze vlakken stappen kunnen zetten.
 

Aardwarmte in actie - Balmatt-site, Mol

Ontdek hoe aardwarmte werkt in Balmatt, Mol

Aardwarmte in actie - Janssen Pharmaceutica, Beerse

Ontdek hoe Janssen Pharmaceutica aardwarmte aanwendt

Risico’s in Vlaanderen op verzakkingen

Hoe groot is het risico op verzakkingen, zeker in de Kempen waar nu de eerste aardwarmtecentrales aangelegd zijn die productief kunnen worden?  

Ben: De kans op verzakkingen is klein in Beerse en Mol. Het water dat we oppompen wordt terug geïnjecteerd: we trekken de kalksteenlaag niet droog. Bovendien bevat de kalksteen van nature niet veel water, hooguit enkele procenten is water. Het weinige water zit opgesloten in barsten en kleine holtes. Kijk maar eens naar rotsen in de Ardennen: je ziet wel barsten en kleine openingen, maar het meeste is hard, compact gesteente: zelfs zonder water in de barsten en holtes blijft het solide.

Dat is ook zo voor de kalksteenlaag onder Beerse en Mol: het gesteente is sterk genoeg om het gewicht van wat er op ligt te dragen. Het feit dat hooguit enkele procenten van het volume uit spleten en holtes bestaat heeft ook een keerzijde. Om de warmte die in het gesteente opgeslagen is te winnen, moeten we water rondpompen. Dit doen we door in de  productieput de druk te verlagen en in de injectieput de druk te verhogen.
 

Als de spleten en holtes goed met elkaar verbonden zijn, zal het water er gemakkelijk doorheen stromen. In dat geval volstaat een klein drukverschil om het water van de injectieput naar de productieput te laten stromen. Hoe minder spleten en holtes het gesteente bevat, hoe kleiner de kans dat ze goed met elkaar verbonden zijn. Bij slechte verbinding heb je een groter drukverschil nodig om het water rond te pompen. In vaktermen zeggen dan dat de doorlatendheid van het gesteente laag is. De doorlatendheid van het gesteente is niet overal gelijk. Je hebt stukken waar de holtes en spleten goed verbonden zijn, en stukken waar ze niet of nauwelijks verbonden zijn. Dat zien we bijvoorbeeld in de boringen op de Balmatt-site.
 

Aardwarmte - hydrothermische methode

Rond de productieput is de doorlatendheid goed. Een kleine verlaging van de druk in de put volstaat om het warme water te laten toestroomt. Rond de injectieput is de doorlatendheid laag. Dit maakt dat we veel druk moeten zetten om het water in de spleten en holtes te pompen. De hoge injectiedruk vergroot de kans op trillingen. Uit buitenlandse projecten weten we dat er een relatie bestaat tussen de injectiedruk en de frequentie en sterkte van de trillingen. De relatie is echter afhankelijk van de lokale condities. Ook bestaat de kans dat we de spleten in het gesteenten open duwen en daardoor trillingen opwekken.

Tenslotte kan ook het afkoelen van gesteente trillingen veroorzaken. Om zicht te krijgen op deze effecten startte VITO in 2020 met nieuwe proeven op de Balmatt-site. Dit onderzoek moet ons toelaten de relatie tussen de warmteproductie en de seismische activiteit te bepalen en een antwoord te geven op de vraag of het winnen van aardwarmte uit de diepe kalksteenlaag in de regio Mol-Dessel haalbaar is. De veiligheid staat daarbij voorop: we hebben aanpassingen uitgevoerd om de injectiedruk te verlagen en de druk in de injectieput nog beter te controleren, én we hebben het netwerk om de trillingen te monitoren uitgebreid. Dit alles met de bedoeling om geen voelbare trilling op te wekken, en mogelijke overlast dus te beperken. 
 

Verkeerslicht op groen

Andere risico’s?

En wat met andere risico’s? Want uiteindelijk halen we toch een vloeistof diep uit de ondergrond, waarin bacteriën en/of schadelijke stoffen kunnen zitten. Wanneer deze ontsnappen kunnen ze ernstige gevolgen hebben voor mens en natuur: verontreiniging, gevaar voor de omwonenden of de mensen die er werken, ontploffingen, … Welke maatregelen zijn er genomen die met deze scenario’s rekening houden?
 
Ben: We hebben nog geen bacteriën gevonden in het opgepompte water, maar het is wel heel erg zout; ongeveer 5 keer zouter dan zeewater. Het overgrote deel is natriumchloride of steenzout. Daarnaast bevat het ook kleine hoeveelheden zware metalen. Het betreft vooral zink, lood en chroom. De waardes liggen twee tot zes maal boven de algemene grondwaterkwaliteitsnorm. Om te beletten dat het opgepompte water de ondiepe grondwaterlagen zou vervuilen werden extra verbuizingen aangebracht in de putten. Die werken als concentrische barrières tegen lekken. We controleren regelmatig de kwaliteit van de binnenste buis om eventuele slijtage tijdig vast te stellen en te herstellen. Rond de putten en in de centrale werd een ondoorlatende vloer en afwateringssysteem aangebracht. Zo kunnen we eventueel gemorst water gecontroleerd afvoeren voor verwerking.
 

Ontwikkeling

Het water bevat ook van nature voorkomende radioactieve elementen. Deze elementen kunnen zich vastzetten op de buizen en filters of ze kunnen geconcentreerd worden in chemische afzettingen die zich vormen in de putten en buizen, zogenaamde ‘scalings’. Het is een gekend fenomeen en er bestaan normen en richtlijnen over hoe er mee om te gaan. In overleg met het FANC en in samenwerking met de nabijgelegen gespecialiseerde bedrijven SCK en Belgoprocess werd een stappenplan uitgewerkt voor de verwerking van testwater en werden protocols uitgewerkt voor het
 

  • vervangen van filters,
  • opruimen van lekken,
  • verwijderen van scalings.

 
Daarnaast meten we periodiek het stralingsniveau op een vijftigtal punten in en rond de aardwarmtecentrale. We troffen ook de nodige voorzieningen, zoals het dragen persoonlijke beschermingsmiddelen, en het uitvoeren van metingen, om besmetting van het personeel te vermijden.
 

Het water bevat ook opgeloste gassen. Het grootste deel is CO2, maar er is ook methaan en waterstof in opgelost. Door het water onder druk te houden, beletten we dat de gassen vrijkomen, maar dat lukt niet altijd. Bij sommige werken in de putten moeten we druk aflaten, bijvoorbeeld als we de toestand van de buizen willen controleren. Dan kan er gas vrijkomen. Gasmetingen hebben aangetoond dat er op die momenten een beperkt explosiegevaar is. Om die reden is er rond de putten een ATEX zone 2 afgebakend. Installaties en gereedschap dat gebruikt wordt in deze zone, moeten aan specifieke eisen voldoen. En bij het betreden van de zone moeten de werknemers zich aan specifieke veiligheidsmaatregelen houden. Op die manier beperken we het explosierisico tot een minimum.

Verkeerslicht - Stop

Oplossing voor de toekomst

Is aardwarmte echt een oplossing voor onze energie- en warmtevoorzieningen in Vlaanderen? 

Ben: Als we mogen afgaan op de resultaten in andere Europese landen, zoals Frankrijk, Italië en Duitsland – vooral rond München zet men de laatste jaren in op aardwarmte, en deze streek heeft eenzelfde soort bodemsamenstelling als onze Vlaamse Kempen – is een toekomst met aardwarmte als volwaardige energie- en warmtebron zeker haalbaar. De studies die nu lopen, en de kennis die continu vergaard wordt, moeten helpen om eventuele risico’s tot een minimum te beperken. Want uiteindelijk gaat veiligheid boven alles.
 

Hoe kunnen we helpen?